Interview met Geesje
Groningen afficheert zich graag als dè wandelprovincie . Misschien moeten ze Geesje Graver eens inzetten voor de campagne. Maar noem haar alsjeblieft geen tachtig plus, want “dan ga ik me straks nog oud voelen!”
“Ik begin de ochtend met Nederland in Beweging van Omroep MAX”. Dan een kopje koffie , en daarna begin ik met mijn wandeling. Sinds CORONA is het belangrijker dan ooit om een doel in de dag te hebben. Veel van de tochten waar ik me normaal op verheug, zoals de Tocht om de Noord, de Billie Turf en de Fivelstadtocht, zijn dit jaar afgelast. Ik loop elke dag in mijn eentje een kilometer of zeven of acht. Dan kom ik altijd wel fietsers of wandelaars tegen die een praatje willen maken. Dat is veel beter dan in je eentje thuis blijven zitten.
Op woensdagochtend loop ik met Kameleon Loopbegeleiding van mijn wandelcoach Magriet ongeveer twaalf kilometer. Dat doe ik al jaren, niet dat ik coaching nodig heb; ik doe het puur voor het sociale aspect. We lopen met twaalf dames en een heer, echt heel gezellig. Onlangs stopten er twee deelnemers, eentje was tachtig, de ander kreeg last van heupen en knieën. Ik mag me gelukkig prijzen ik ben blij en superfit. Ik voel me zestig!
Mijn kleindochter van 25 jaar noemt me altijd haar hippe Oma. Hier in Uithuizen is het zo mooi. Langs die landerijen en akkerranden, met korenbloemen en klaprozen. Je hebt hier de ruimte. Voor morgen staat er de Verloren Erfgoed-wandeling van de Groninger Bodem Beweging op het menu. Dan lopen we 18,5 kilometer van Loppersum naar Uithuizermeeden, dwars door het aardbevings gebied. Langs huizen met scheuren, woningen die gestut worden of vernieuwd zijn. En die drie kilometer extra, terug naar huis loop ik òòk. Mijn limiet is dertig kilometer , dat vond ik vroeger ook voldoende.
Toen mijn man nog leefde, wandelden we ook altijd. Het Pieterpad en het Drenthepad, we waren echte kampeerders. De kinderen namen we mee op sleeptouw, al vonden ze dat niet altijd even leuk. Nog steeds niet: ik ben de enige van de hele familie die wandelt. Toen mijn kleindochter achttien was, begonnen we samen de Tocht om de Noord. Op dag twee viel ze al uit. Ach, ik blijf stug door gaan met het goede voorbeeld te geven. Je weet maar nooit , het kan best toch nog een keertje aanslaan.